Wat is de betekenis van etui?

(1925) (sch.) (smal) bed. Ook in het Duitse slang. Zie ook: kuise* etui. • “Wanneer U er niets op tegen heeft, denk ik ,dat ik maar in mijn étui schuif!" Ik had schik in deze soldatenuitdrukking (die zooveel beteekent als naar bed gaan), vooral in deze romantische omgeving. (Middelburgsche Courant, 02/04/1925) &b...

etui - Zelfstandignaamwoord 1. hoes om voorwerpen in te stoppen ♢ Ik neem even een pen uit mijn etui. 2. een hoes die precies om het erin op te bergen voorwerp past ♢ Ik borg mijn camera op in een passend etui. Woordherkomst Ontleend aan Oudfrans...

etui - zelfstandig naamwoord uitspraak: e-tui 1. tasje om iets in op te bergen ♢ in deze etui heb ik al mijn pennen Zelfstandig naamwoord: e-tui het etui de etuis

koker; mapje

zie: foedraal.

etui - Doosjes, meestal ornamenteel, die zijn bedoeld om persoonlijke artikelen zoals haarspelden en tandenstokers op te bergen. Vroeger ook doosjes voor chirurgische instrumenten.

[Fr. eetwie'], doosje of koker om iets in te bewaren, meestal aangepast aan de vorm van het bewaarde, b.v. briletui.

(Fr.), omhulsel van een meestal kostbaar of ook wel scherp voorwerp, nauw aansluitend bij de vorm. Als materiaal kwam vooral leer in aanmerking, of hout of metaal met leer overtrokken. In de 18de eeuw werd wel zeehondehuid of sagrijn als overtrekmateriaal gebruikt: in Frankrijk werden naast etuis voor persoonlijke gebruiksvoorwerpen ook zeer elegan...

koker, foedraal, schede