entraineuse
(1957) (< Fr.) (euf.) vrouw van lichte zeden, prostituee, animeermeisje. • Wie in ons vak het avontuur zoekt of „la grande vie” (zoals dat vrouwtje van een in Indochina gesneuvelde kolonel, die taxigirl is geworden in de hoop op rijke relaties) verlaagt zich al gauw tot entraineuse en eindigt op het trottoir. (Brusse: Nachten v....