eigentijds
eigentijds - Bijvoeglijk naamwoord 1. behorend tot de periode waarin iets speelt, contemporain 2. behorend tot het heden ♢ Henk Bezemer was een eigentijdse uitvoering van captain Joshua Slocum, de Amerikaan die als eerste in een zelfgebouwd zeiljacht, de Spray, tussen 1895 en 1898 alleen de wereld rond...