Wat is de betekenis van eigenbelang?

2025-04-25
*PREMIUM* Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Eigenbelang

o., 1. het eigen voordeel, wat alleen of vooral in het belang van de handelende persoon is: de prikkel van het eigenbelang ; 2. het streven naar bevoordeling van zichzelf met verwaarlozing van de belangen van anderen : uit eigenbelang handelen.

2025-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

eigenbelang

eigenbelang - Zelfstandignaamwoord 1. het eigen voordeel, het belang dat degene die een handeling verricht daar zelf bij heeft In het huishoudelijke relaas schuilen parels van observatiekunst, vooral over het fragiele evenwicht tussen eigenbelang en gezinszorg. Maj verbijt zich als ze aan haarzelf de...

2025-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

eigenbelang

eigenbelang - zelfstandig naamwoord uitspraak: ei-gen-be-lang 1. wat alleen voor jezelf belangrijk is ♢ dat hij je helpt, is eigenbelang: hij hoopt er voordeel van te hebben Zelfstandig naamwoord: ei-gen-be-lang het...

2025-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Eigenbelang

s.n., eigenbilang (it), eigennut (it); zijnzoekend, eigennuttich; het gaat bij de meesten om het —, it is om (it) hawwen (en hâlden, en krijen) to dwaen.

2025-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

eigenbelang

o. (eigen voordeel; minder ongunstig dan eigenbaat).

2025-04-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Eigenbelang

→ Egoïsme.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

eigenbelang

o. het zorgen voor zichzelf, met verwaarlozing van de anderen : iets uit doen. Syn. → baatzucht.