Wat is de betekenis van eerder?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

eerder

eerder - Bijvoeglijk naamwoord 1. van vroegere datum Zijn eerdere boek was toch beter. eerder - Bijwoord 1. vroeger in de tijd Ik wil eerder weggaan dan gepland. 2. liever. Ik heb eerder een mot...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

eerder

eerder - bijwoord uitspraak: eer-der 1. voor de tijd van nu ♢ we moeten morgen eerder weggaan 2. wat dichter bij de waarheid is ♢ hij is eerder mooi dan lelijk Bijwoord: eer...

2024-04-25
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

eerder

nogal, tamelijk Het resultaat was verrassend en eerder onthutsend. (Frans van Isacker, De bruidegom van mijn ziel) In het Frans: 'plutôt'. In Algemeen Nederlands wordt 'eerder' alleen gebruikt als er een vergelijking is. Een voorbeeld: 'Ik denk eerder aan wandelen dan aan fietsen.' En 'eerder...

2024-04-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

eerder

(bw.) in België ook: tamelijk, nogal, betrekkelijk, redelijk. Fahed verzon een ontsnappingsmogelijkheid. Zijn familie is eerder prominent. Een oom wist een subsidie voor zijn bedrijfsvoorstel te verkrijgen, en eigenlijk zijn resultaten op korte termijn niet levensnoodzakelijk. - DM, 22-07-2002.

2024-04-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

eerder

Tamelijk, nogal, vrij; betrekkelijk. Een eerder gering sociaal conflict is uitgegroeid tot een ware opstand, Taalb. 1967, II, 392. Het (betoog) bevat m.i. eerder gezochte suggesties om tot correcter interpretatief lezen te komen. De gewone middelen worden misschien al te weinig consequent toegepast, in Album Willem Pée...

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

eerder

gouer; liewer; makliker.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Eerder

adv., earder.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Eerder

bw. (nieuwe vergr. tr. bij eer), 1. op een vroeger tijdstip, vroeger: hij was er eerder dan ik; kom, hoe eerder, hoe liever, d.i. hoe eerder (spoediger) gij komt, hoe liever ik het heb; 2. liever: ik wil eerder sterven, dan dat te doen.