Gepubliceerd op 13-11-2017

eerder

betekenis & definitie

eerder - Bijvoeglijk naamwoord
1. van vroegere datum
Zijn eerdere boek was toch beter.

eerder - Bijwoord
1. vroeger in de tijd
Ik wil eerder weggaan dan gepland.
2. liever.
Ik heb eerder een motor dan een auto.
3. meer overeenkomend de waarheid
Hij is eerder slim dan dom.
4. (België) nogal, tamelijk
Het was eerder slecht weer.

Woordherkomst
afgeleid van eer (voegwoord) met het achtervoegsel -der