Wat is de betekenis van eend?

v. (-en), 1. in talrijke soorten onderscheiden familie (Anas) der eendachtige vogels, met brede snavel die voorzien is van een hoornachtige punt en gekartelde rand; de poten staan naar achteren, waardoor zij een waggelende gang hebben; in ’t bijz. de uit de wilde eend (A. boschas) ontstane tamme of huiseend: eenden hou...

Het begrip eend heeft 2 verschillende betekenissen: 1) watervogel met zwemvliezen. middelgrote, tot de uitgebreide familie van eendachtigen behorende watervogel met zwemvliezen tussen de tenen, waterafstotende veren en een brede, platte snavel om voedsel zoals zaden en kroos uit het water te filteren. 2) Citroën van 2pk. kleine,...

1) (1954-1965) (sch.) verkorting van lelijk* eendje: deux chevaux (2PK). Geen mooie auto om mee te pronken, eerder goedkoop en zuinig. Vooral populair onder intellectuelen en artistiekelingen. Zij drukten er een levensstijl mee uit. De 2CV hield het drie decennia uit, in Frankrijk iets langer. Daar had deze wagen echter geen bijnaam. Vgl. Duits 'E...

eend - Zelfstandignaamwoord 1. (vogels) watervogel, familie van de ganzen en zwanen Anatidae 2. (f); het wijfje van een eendensoort ♢ De woerd van de Amerikaanse en Eurazische smient zijn goed in het veld te onderscheiden maar de eend niet''. Uitdrukkingen en gezegden ...

eend - zelfstandig naamwoord 1. watervogel met platte snavel ♢ er zwemmen eenden in de vijver 1. een vreemde eend in de bijt [iemand die een vreemdeling is in een groep] 2. de g...

Een voor de consumptie geschikte tamme of wilde vogelsoort. Vóór de bereiding dienen eenden eerst te ‘besterven’, waardoor het vlees zachter wordt. Het ideale slachtgewicht is ca. 1 tot 1,3 kg.

dom iemand. Meestal m.b.t. een vrouw. Van het gezegde zo dom als een eend. Zie ook eendenkont.Malle eend! kom je uit de nachtschuit? (Johannes Kneppelhout, Studenten-typen, 1839-1841) Hoe kwam ik zóó dom hem te weigeren ... wat ’n eend ben ik geweest. (Top Naeff, ’t Veulen, 1903)

Algemene benaming voor bepaalde zwemvogels, nl. die uit de subfamilie der Anatinae. Fries Ein. Ook: Eintsje; in Hindelopen: Ênt; oostfries Ant(e); noordfries An; op Sylt: En(n)erk [De Vries 1928]. Zie ook fries Jerke. Op Texel Heend (met hypercorrecte h). Vlaams Aande, Ande, Oande, Aand(s)vogel, Eenze [De Bo 1873//1892; Desnerck 1972; WVD 199...

De waggelende gang van de eend wijst op moeilijkheden en op de traagheid die ons vooruitkomen belemmert. Zwemmende eenden laten ons daarentegen hopen op een snelle realisatie van plannen, die vrijwel zeker door zullen gaan. (Zie ook ‘Pluimvee’, ‘Gans’).