Een brede rug hebben
veel kunnen verdragen
F. Stoett (1977)
gezegd met betr. tot iemand wie men alles ten laste legt, een zondebok; ook van iemand die veel kan verdragen, die zich weinig aantrekt van wat men hem allemaal verwijt. Reeds in GDS 23: „lek heb eenen breden rugge, ick cant al wel draeghen”. Voorts zegt men wel van iemand die er warmpjes in zit dat hij een brede rug heeft, ook een dikk...
F.A. Stoett
gezegd met betr. tot iemand wie men alles ten laste legt, een zondebok; ook van iemand die veel kan verdragen, die zich weinig aantrekt van wat men hem allemaal verwijt. Reeds in GDS 23: „lek heb eenen breden rugge, ick cant al wel draeghen”. Voorts zegt men wel van iemand die er warmpjes in zit dat hij een brede rug heeft, ook een dikk...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: