Edgar
Tweestammige Germaanse naam uit Angelsaksisch eád, Oudhoogduits ôt 'erfgoed, bezit' (zie od-) en -gar, -ger 'speer' (zie -ger-). De betekenis is dus ongeveer 'beschermer van het erfgoed met de speer'. Oorspr. een Engelse naam, reeds bekend door Edgar, koning van Engeland, uit het huis Wessex (in dat geslacht kwamen veel namen met ed- voor). Het is...