Wat is de betekenis van Ectoderm?

Het buitenste kiemblad van een embryo. Uit het ectoderm ontstaan de huid en het zenuwstelsel.

ectoderm - Zelfstandignaamwoord 1. (biologie) buitenste laag van het kiemvlies van de vrucht in het moederlichaam waaruit zich o.a. de huid en het zenuwstelsel ontwikkelen Woordherkomst met het voorvoegsel ecto- en met het achtervoegsel -derm

Eén van de drie kiembladen in de vroege embryonale ontwikkeling; het buitenste kiemblad dat o.a. de huid vormt Bij de gastrulatie wordt het embryo tweelagig: het bestaat dan uit ectoderm (de buitenkant) en endoderm (de darmbekleding), terwijl daartussen als derde laag het mesoderm komt. Bij modeldieren zoals de klauwpad en de zeeëgel vindt gastrula...

[v. Gr. ektos = buitenkant, en derma = huid] buitenste cellaag van zeer jonge dierlijke vrucht (uit het ectoderm ontstaat het zenuwstelsel) (vgl. endoderm en mesoderm).

buitenste laag van een dierlijk embryo

(G., ektos = buiten; derma = huid), buitenste laag cellen van gastrula; het buitenste kiemblad van de drie céllagen in jong embryo. Hieruit ontwikkelen zich zenuwstelsel en huid, ➝ lancetvisje, ➝ Holtedieren.

dierk.) Een van de drie kiembladen bij de zich uit een eitje ontwikkelende vrucht (z. Embryologie). Uit het e. ontstaan o.a. de huid, het zenuwstelsel, en de lens van het oog.

zie ectoblast.

ectoderm, buitenste kiemblad; bijv. nw. ectodermal, ectodermic.