Wat is de betekenis van Eclipseren?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Eclipseren

(eclipseerde, heeft en is geëclipseerd), 1. verduisteren, verdonkeren; 2. verdwijnen, zich uit de voeten maken (van personen, ook wel van zaken).

2025-07-17
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Eclipseren

[Fr. éclipser] verduisteren; heimelijk verdwijnen.

2025-07-17
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Eclipseren

(eklipseren) verduisteren; zich uit de voeten maken

2025-07-17
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Eclipseren

verduisteren, verdwijnen; wegsluipen.

2025-07-17
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

eclipseren

1 verduisteren, in de schaduw stellen; 2 verdwijnen, zich uit de voeten maken.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

eclipseren

geëclipseerd (Fr. v. e. hemellichaam: verduisterd worden vero.; fig. de plaat poetsen).

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Eclipseren

(eclipseerde, heeft en is geëclipseerd), I. (overg.) verduisteren, verdonkeren; II. (onoverg.) verdwijnen, zich uit de voeten maken (van personen, ook wel van zaken).