Werkwoorden vervoegen
eclipseren
Tegenwoordige tijd eclipseren
Ik eclipseer
Jij eclipseert
eclipseer jij?
U eclipseert
Hij/Zij/Het eclipseert
Wij eclipseren
Jullie eclipseren
Zij eclipseren
Verleden tijd van eclipseren
Ik eclipseerde
Jij/U eclipseerde
Hij/Zij/Het eclipseerde
Wij eclipseerden
Jullie eclipseerden
Zij eclipseerden
Voltooid deelwoord van eclipseren
geëclipseerd
Tegenwoordig deelwoord van eclipseren
eclipserend