Wat is de betekenis van Echt (huwen)?

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Echt (huwen)

m., g. mv., (deftiger dan) huwelijk: in (door) de echt verbonden worden; in den echt treden, huwen; — in den echt verbinden, verenigen.