Dwaling
v. (-en), 1. het dwalen; 2. het koesteren van een onjuiste mening: in dwaling verkeren; 3. verkeerde opvatting, vals begrip: dat is een grove dwaling; 4. afwijking van het goede pad, verkeerde daad: de dwalingen zijner jeugd; — (bijb.) de dwalingen onzes weegs.