Wat is de betekenis van Dutter (bankwerker)?

2025-07-16
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Dutter (bankwerker)

Dopijzer, keurnagel. Stalen stift met een stompe punt, waarmede men het middelpunt van een gat aangeeft, dat in het ijzer geboord moet worden. In den kleinen put, dut of deuk, welke men met den dutter slaat, vindt het boorijzer zijn eersten steun. Zonder dut blijft het boorijzer als men begint te boren niet op zijn plaats.