bankwerker
(1937) (Barg.) iemand die regelmatig op een bank overnacht; zwerver. • Bankwerker: iemand die (geregeld) op een bank slaapt. Was hij vannacht bankwerker? (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • En een 'bankwerker' heeft niets met het handwerk te maken: zo wordt een dakloze genoemd, die geregeld op een bank overnacht. (Trouw...