Wat is de betekenis van Duro?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

duro

(2002) (pej.) de euro, die sinds de introductie de prijzen volgens velen naar omhoog heeft gedreven. • De duro. Het winkelend en uitgaand publiek was het al vanaf januari opgevallen. Veel prijzen zijn met de komst van de euro verhoogd. President Wellink van De Nederlandsche Bank heeft deze publieksvaststelling afgelopen week bevestig...

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Duro

Spaanse munt

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Duro

Spaanse munt: 5 peseta’s

2024-04-28
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

duro

hard; ruw; ongevoelig; onbevattelijk; hardhorend.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Duro

(Sp.), m. (-’s), munt van vijf peseta’s.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Dūro

(1); 1. trans., eig., hard maken, verharden, ook = drogen, doen verdrogen. | overdr., harden, aan vermoeienis gewennen, in ongunstige zin = gevoelloos maken, afstompen; verduren, laborem, Verg. 2. intr., eig., hard worden, zich verharden, ook = uitdrogen. | overdr., in alcs necem, zo ongevoelig zijn dat, aandurven, Tac.; = uithouden,...

2024-04-28
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Duro

I. adj. 1. hard; 2. gehard, stoer; 3. streng, bars, onvriendelijk; 4. hardvochtig, ruw, ongevoelig, wreed; 5. hardnekkig, stijfhoofdig, koppig; 6. schriel, gierig, krenterig; 7. stroef (stijl); II. m. zilvermunt van vijf peseta’s; III. adv. hard, krachtig, met kracht, met geweld.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

duro

m. duro’s (Sp. munt van 5 peseta’s).

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Duro

[Sp.], m. (-’s), munt van vijf peseta’s.