Wat is de betekenis van duiken?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

duiken

duiken - Werkwoord 1. (inerg) het zich onder water voortbewegen (van bijvoorbeeld duikboten) of zwemmen (van mensen) Zij duiken vaak in de Rode Zee. 2. in het water springen zodat de armen eerst het water in gaan De kinderen leren van de springplank in het water...

2024-04-29
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

duiken

Een kleintje bijspelen terwijl ook een hoge kaart bijgespeeld had kunnen worden. Zie ook: coup en blanc; ophouden

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

duiken

duiken - onregelmatig werkwoord uitspraak: dui-ken 1. een sprong schuin naar voren en voorover maken ♢ hij dook in het water 1. in een boek duiken [je er helemaal in verdiepen] Onreg...

2024-04-29
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Duiken

Degene die in de zee duikt, is in de waaktoestand op zoek naar geestelijke waarden die z’n leven op een hoger peil brengen; er is alleen een beetje fantasie voor nodig, om zich van deze waarden te verzekeren. Wanneer we duikers in de droom zien, dan zouden we tot op de ‘bodem’ van onze ziel moeten gaan om er achter te komen, of w...

2024-04-29
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

duiken

Als variant van donderen komen voor duik in je grafkist! en duik in je graf! De betekenis ‘schiet steil neer’ is hier afgezwakt tot ‘donder op, ik kots van je’. De tweede verwensing kwam uit de mond van een amateurvoetballer en was gericht tegen de scheidsrechter, die op het wedstrijdformulier melding ma...

2024-04-29
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

duiken

(Iem., zich) verbergen. Er staat iemand in de gang, vóór de deur. Stil. Doe niet open. Blijf hier. Duik mij, Nicodeem, TEIRLINCK 1952, 2, 249. Afl.: duiker, opening waardoor het water in de riolen loopt, rioolgat (In de tweede faze van het werk zal een belangrijke duiker opengelegd (worden) over gans de breedte van de w...

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Duiken

v., dûk(j)e.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Duiken

(dook, heeft en is gedoken), 1. zich (met een opzettelijke beweging) onder de oppervlakte van het water begeven: van de toren duiken; hij kan goed duiken;naar een voorwerp duiken, het duikende zoeken; — ook van vaartuigen: de onderzeeër dook ; (oneig.) de zon duikt onder de kim ; 2. zich met ee...