druilerig
druilerig - Bijvoeglijk naamwoord 1. lusteloos 2. regenachtig Woordherkomst afgeleid van druiler met het achtervoegsel -ig Naamwoord van handeling van druilen met het achtervoegsel -erig Verwante begrippen druilen
Nederlandstalige WikiWoordenboek
druilerig - Bijvoeglijk naamwoord 1. lusteloos 2. regenachtig Woordherkomst afgeleid van druiler met het achtervoegsel -ig Naamwoord van handeling van druilen met het achtervoegsel -erig Verwante begrippen druilen
Friesch woordenboek
adj., sleau; (v. h. weer), griemerich, motsk, suterich, mottich; een -e lucht, in sike loft.
Ontwerp nu je advertentie. Direct online!
Nederlands woordenboek (7e druk - 1950)
bn. bw. (-er, -st), 1. (van personen) lusteloos, neerslachtig: druilerig kijken ; 2. druilig weer, stil en naar regen staande.
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
DRUILERIG, DRUILIG, bn. bw. (-er, -st), druilig weer, mistig, regenachtig; druilerig kijken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.