Wat is de betekenis van droefheid?

droefheid - Zelfstandignaamwoord 1. de mate van droef zijn ♢ De droefheid was groot toen onze hond overleed. Woordherkomst Afgeleid van droef met het achtervoegsel -heid.

droefheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: droef-heid 1. een treurige stemming ♢ het was een en al droefheid in die tijd Zelfstandig naamwoord: droef-heid de droefheid

s., drövens, drövenis, trystens muoilikens.

...

v., omstandigheid dat iem. droef is, droevige stemming.

v. het droef zijn. Syn. treurigheid. Tgst. blijdschap.

Onder droefheid verstaan wij een verstoring van het harmonische leven der ziel ten gevolge van ondervonden leed, treurig gemis, opgelegd kruis, geleden onrecht, smartelijke ervaring enz. Naar mate de droefheid dieper ingrijpt is haar uitwerking in het zieleleven heftiger en langduriger. Niet steeds behoeft zij de uitwendige teekenen van tranen, sni...

v., omstandigheid dat iemand bedroefd is, bedroefdheid, droevige stemming.

...