drafzak
(17e eeuw) (scheldw.) vraatzuchtig, gulzig persoon; veelvraat. Eigenlijk: zak waarin men draf vervoert. Reeds bij Bredero (O dien oude drafsack!). • Na heel wat geschrijf kon ik op het kantoor van een kartonnagefabriek komen voor vijftien gulden in de maand. `Een scheet en drie knikkers,' zei pa, `maar je moet ergens beginnen, l...