Wiktionary (2019)
doortrapt - Werkwoord 1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doortrappen ♢... dat jij doortrapt 2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doortrappen ♢... dat hij doortrapt doortrapt - Bijvoeglijk na...
Muiswerk Educatief (2017)
doortrapt - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: door-trapt 1. erg bedreven in het kwaad doen ♢ haar broer is een doortrapte schurk Bijvoeglijk naamwoord: door-trapt de/het doortrapte ... ie...
Dr. E. Schröder (1980)
Er zijn twee werkwoorden: doortrappen (de fietsers moesten wel doortrappen om voor de bui thuis te zijn) en doortrappen, door trappen mengen, zoiets als doorkneden: goed, door en door kneden. In vroeger tijd werd inderdaad deeg met de voeten gekneed. Van doortrappen en doorkneden worden de deelwoorden doortrapt en doorkneed als bijvoeglijk naamwoor...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), sluw, zeer gemeen, hoogst bedreven in het kwade: hij is een doortrapte gauwdief ; bw.: doortrapt gemeen.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (zeer bedreven in het kwaad; listig, sluw); een — bedrieger. Opm. doorkneed meestal gunstig; -heid, v.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw. (-er, -st), (ongunstig) sluw, gemeen, hoogst bedreven in het kwaad of het kwaaddoen: hij is een doortrapte gauwdief; bw.: doortrapt gemeen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
