Doorluchtigheid
v. (...heden), aanzienlijkheid, hoogadellijke aard: de doorluchtigheid zijner geboorte; in prinselijke titels: Zijne, Hare Doorluchtigheid; Hunne Doorluchtigheden.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (...heden), aanzienlijkheid, hoogadellijke aard: de doorluchtigheid zijner geboorte; in prinselijke titels: Zijne, Hare Doorluchtigheid; Hunne Doorluchtigheden.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
aan het Latijnse serenissimus en illustris ontleend, is een eretitel, die reeds aan de Romeinse keizers Honorius en Arcadius en later aan de Frankische en Gothische koningen werd toegekend. Hij werd later in Duitsland het eerst in 1375 door keizer Karel IV aan de keurvorsten, later ook aan andere vorstelijke personen gegeven. Thans is...
Jozef Verschueren (1930)
(do:r'luchtəcheit) v. (...heden) 1. Eig. het doorluchtig zijn. 2. Metn. doorluchtige persoon: hun ...heden.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v. (-heden), aanzienlijkheid, hoogadellijke aard: de doorluchtigheid zijner geboorte; in titels van prinsen, hertogen en graven: Zijne, Hare Doorluchtigheid; Hunne Doorluchtigheden.
J. Kramer (1908)
van durchlaucht, duitsche vertaling van het lat. illustris, schitterend, glanzend, als titel: voornaamheid, aanzienlijkheid.
Anthony Winkler Prins (1870)
Doorluchtigheid, aan het Latijnsche serenitas ontleend, is een eeretitel, die reeds aan de Romeinsche keizers Honorius en Arcadius en later aan de Frankische en Gothische Koningen is toegekend. Hij werd voorts in Duitschland het eerst in 1375 door keizer Karel IV aan de Keurvorsten, later ook aan andere vorstelijke personen gegeven, en volgens Bond...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: