Wat is de betekenis van Dooreen?

2024-04-30
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

dooreen

door elkaar (informeel) Ik ben gechoqueerd door de manier waarop men terrorisme en humanitair recht dooreenhaalt, en uiterst selectief gebruikt, zoals het uitkomt. (De Standaard) Plotseling verlieten we de asfaltweg en reden een hobbelig zandpad op. Ik werd op afschuwelijke wijze dooreengeschud en klemde me aan de ra...

2024-04-30
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

dooreen

(bw.) door elkaar. Benieuwd of aflevering vier de verdenkingstabellen nog eens goed dooreen kan schudden. - GvA, 08-02-2003.

2024-04-30
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Dooreen

adv., trochinoar.

2024-04-30
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dooreen

bw. van omstandigheid, aanduidend: 1. dat voorwerpen of personen, resp. categorieën daarvan, niet in geregelde orde geplaatst zijn, dat het bij elkaar behorende niet bij elkaar is: na het ongeluk lagen stenen, balken, meubels wild dooreen; de soldaten stonden ordeloos dooreen ; 2. dat stoffen een mengsel vormen : ze dronken v...

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dooreen

bw. (door elkaar, het een door het ander, zodat er een vermenging, verwarring of verwikkeling is of ontstaat): alles lag —; hij verdient per jaar — f 1500. Dit bw. hecht zich scheidbaar aan w.w., b.v. dooreenhaspelen, dooreen'gehaspeld enz.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dooreen

(do:r'e:n) bw. 1. door elkaar, maar meer lettend op het ontstaande geheel: alles lag -. Syn. door elkander, ondereen, onder elkander, samen. 2. gemiddeld: hij verdient per jaar 70.000 fr. Opm. Dooreen vormt met werkwoorden scheidbare samenstellingen, b. v. dooreengooien, gooide dooreen, heeft dooreengegooid; -haspelen, -lopen, -mengen, -roe...

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dooreen

bw. van omstandigheid, aanduidend: 1. dat voorwerpen of personen, resp. categorieën daarvan, niet in geregelde orde geplaatst zijn, dat het bij elkaar behorende niet bij elkaar is: na het ongeluk lagen stenen, balken, meubels wild dooreen; de soldaten stonden ordeloos dooreen; 2. dat stoffen een mengsel vormen: ze dronken vijf wijnsoorten doo...

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)