Wat is de betekenis van domineren?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

domineren

domineren - Werkwoord 1. (ov) het meest nadrukkelijk op de voorgrond treden Het is belangrijk dat één oog niet te veel domineert. Het al of niet in de EU blijven domineerde de politieke discussie in Groot-Brittannië voor een lange tijd. Woo...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

domineren

domineren - regelmatig werkwoord uitspraak: do-mi-ne-ren 1. de meeste macht of invloed hebben ♢ de smaak van gember domineert in dit gerecht Regelmatig werkwoord: do-mi-ne-ren ik domineer ...

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Domineren

[v. Lat. dominari = heersen; verwant met domare = temmen] 1 overheersen, beheersen; duidelijk op de voorgrond treden (bijv.: die toren domineert de stad, is overal zichtbaar; ook fig.: hij domineert in dit gezelschap); 2 domino spelen.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Domineren

overheersen; domino spelen

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Domineren

heersen, overheersen; overzien, bestrijken; ook: dominospelen.

2024-04-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Domineren

Overheersen, op de voorgrond treden. In de erfelijkheidsleer betekent het dominant zijn.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Domineren

(domineerde, heeft gedomineerd), (<Fr.-Lat.), 1. overheersen, sterk of het meest op de voorgrond treden: hij domineert zijn gehele omgeving; — die berg domineert de gehele streek, is van alle kanten goed zichtbaar ; — (fig.) domineren als een aal in de tobbe; 2. (muz.) de bassen domineren te veel, hoort me...

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

domineren

1 heersen, beheersen; overzien, bestrijken, beschieten kunnen; 2 (ook:) domino spelen.