Wat is de betekenis van Doekje-achter?

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Doekje-achter

DOEKJE-ACHTER, o. kinderspel waarbij de spelers in een kring staan, één speler onder ’t zingen van een deuntje eromheen loopt en aan ’t einde van ’t liedje een zakdoek achter een speler laat vallen, die hem dan nazet en wiens plaats hij moet innemen, ook zakdoekje-leggen genoemd.