dizzy
duizelig. duizelig; geneigd om te vallen. Voorbeelden: Het werd geen lekkere reis, Simon had continu het gevoel dat hij van zijn zitplaats zou vallen [...]. Een uur later arriveerde de trein op het Centraal Station te Den Haag en, nogal dizzy, liep Simon vanuit het station richting Babylon. Peter Paulsen jr., De vision quest, 2001...