Divinatie
[Lat. divinatio, van divinare, divinatum = goddelijke ingeving hebben, van divinus = goddelijk, zie diva] waarzeggerij, voorspellingsgave; voorgevoel, vermoeden (als bij ingeving).
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat. divinatio, van divinare, divinatum = goddelijke ingeving hebben, van divinus = goddelijk, zie diva] waarzeggerij, voorspellingsgave; voorgevoel, vermoeden (als bij ingeving).
Prof. dr. J.C. Groot (1955)
wordt doorgaans gebruikt in de zin van mantiek (zie ook Orakel) en duidt dan aan een bijzonder psychisch vermogen om langs niet-rationele weg tot het wezen der dingen „schouwend” door te dringen. Onder de term verstaat men thans echter veelal (zo met name Rudolf Otto in navolging van Schleiermacher en Fries) het religieuze kenvermogen,...
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Lat.), v., inzicht in de toekomst of ontdekking van het verborgene door bovennatuurlijke gave ; — oneig. het als bij ingeving raden.
Winkler Prins (1949)
(1), voorspellingsgave; (2) in de godsdienstpsychologie een religieus kenvermogen, waardoor een mens, die over dit vermogen beschikt, het heilige kan bevroeden.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
in de regel gebruikt in dezelfde zin als mantiek (verder zie orakel). In de nieuwere godsdienstpsychologie wordt de uitdrukking gebezigd voor het religieuze kenvermogen; de mens, die divineert, verstaat een gebeurtenis, ding of persoon als „teken” van iets anders, goddelijks; hij herkent in de wereld van de verschijnselen...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: