Wat is de betekenis van dito?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dito

dito - Zelfstandignaamwoord 1. een bevestiging in alle bijzonderheden Hij kon zijn dito daarover niet uitspreken. dito - Bijvoeglijk naamwoord 1. eender, hetzelfde Hij had een blauwe hoed en een dito jasje aan. dito - ...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

dito

dito - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: di-to 1. precies zoals iets of iemand anders ♢ ze droeg een bonte rok en een dito jasje Bijvoeglijk naamwoord: di-to Synoniemen eender, gelijk, gelijk, hetzelfde, identiek

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Dito

afk. do [lt. (tegenw. detto), van Lat dictus, van dicere, dictum = zeggen] lett.: het gezegde; hetzelfde, insgelijks.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Dito

hetzelfde

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Dito

hetzelfde; desgelijks, evenzeer; ook: ditto of detto

2024-04-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Dito

eveneens, dito, idem.

2024-04-26
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

dito

vinger; teen; a un dito, van zeer nabij; un dito di, een weinig; me la som legata al dito, ik zal het nooit vergeten; avere qc. sulla punta delle dito a, iets op zijn duimpje kennen.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dito

(It.), I. bn. bw., evenzo, gelijk aan het genoemde : zij droeg valse tanden en dito haren ; — (vaak verdubbeld) dito dito : Jan kreeg een uitbrander en Karei dito dito ; II. zn. : geef mij een dito, ook zo eentje.