dikkerd
dik persoon. iemand die dik is; dik persoon. Voorbeelden: Dikkerds die zich rond eten doordat ze van lekkernijen houden, of die zich aan tafel troosten voor tekortkomingen elders. W.F. Hermans, Klaas kwam niet, 1983 De grote dikkerd, hij zag eruit als een slager, zo een die een koe met één zwaai van de hakbijl d...