diffūsus
...
Dr. C. A. Backer (1936)
diffúsus (-a, -um), - van Lat. diffundĕre (van dis, hier geassimileerd tot dif, voorv., dat scheiding uitdrukt, uiteen; fundĕre, uitgieten), zich uitbreiden: uitgebreid, uitgespreid, met wijd afstaande takken, wijd vertakt.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
p. adi. uitgebreid, zich wijd uitstrekkend, wijd. | overdr., uitgebreid, wijdlopig; (van de stem) gerekt.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: