Die het kleine niet eert, is het grote niet weerd
wie kleine verdiensten of meevallertjes niet op prijs weet te stellen, verdient niet dat hem grote gaven of inkomsten in de schoot vallen. Gezegd tot of van iemand die zich teleurgesteld toont over een naar zijn mening te geringe gave. Reeds in Seer schoone spreeckwoorden (Antw. 1549) in de vorm „Die tcleyn niet en voet, en sal nymmermeer tgr...