Wat is de betekenis van dictee?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dictee

o. (-’s), wat iem. voorzegt aan een ander die het opschrijft; inzonderheid als oefening in het correct spellen, verbuigen en vervoegen bij het onderwijs : een dictee geven, opschrijven; zinnen als dictee gebruiken.

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dictee

dictee - Zelfstandignaamwoord 1. een tekst die wordt gedicteerd en door andere personen wordt opgeschreven als toets in het correct spellen Ieder jaar is er een groot dictee op de televisie. A.F.Th. van der Heijden, winnaar van de Constantijn Huygens-prijs en de...

2025-07-16
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

dictee

dictee - onbekend woordtype uitspraak: dic-tee 1. spellingsoefening of -toets waarbij voorgelezen woorden opgeschreven moeten worden ♢ je had tien fouten in het dictee Onbekend woordtype: dic-tee

2025-07-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Dictee

[Fr. dictée] het voorlezen ter opschrijving door een of meer anderen, spec. op school als oefening in het juist spellen enz. van het voorgelezene; het zo opgeschrevene.

2025-07-16
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Dictee

(diktee) spellingstoets

2025-07-16
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Dictee

oefening in het zonder fouten schrijven van een voorgezegd stuk.

2025-07-16
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Dictée

’t dicteren; dictee, dictaat; écrire sous la dictée de qn., opschrijven wat iem. voorzegt.

2025-07-16
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

dictee

o. en v. oefening i. h. neerschrijven v. e. voorgelezen stuk.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dictee

o. -s, dicteetje (Fr. oefening in het zuiver schrijven v. h. voorgelezene); z. dictaat.