Wat is de betekenis van Den bommel?

2024-04-29
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Den bommel

een landbouwgemeente van 1614 ha en (1946) 1760 inw. (voor 1/t R.K. en */< Prot.) op het eiland Overflakkee (Zuid-Holland). De zeekleibodem is in hoofdzaak voor de akkerbouw in gebruik (91 pet van de oppervlakte is bouwland). Een haventje geeft verbinding met het Haringvliet. De polders werden hier in de 16de17de eeuw bedijkt.

2024-04-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Den bommel

Den bommel - Gemeente op het eiland Overflakkee (Zuid-Holland). Opp. 1 614 ha; ca. 1900 inw., waarvan ¼ Kath., de rest Prot. Land- en tuinbouw. Het haventje geeft verbinding met het Haringvliet. Cornelius Richardus Antonius van Bommel Bisschop van Luik. * 5 April 1790 te Leiden, ✝ 7 April 1852 te Luik. 1816 priester gewijd te Munster. Hij koopt i...

2024-04-29
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Den bommel

Gemeente in Zuid-Holland (arrond. Rotterdam, kanton Sommelsdijk), op het eiland Overflakkee, van het noorden tot het zuiden van het Haringvliet en het Krammer; ten oosten grenst zij aan het gebied der gemeente Ooltgensplaat, ten westen aan dat der gemeenten Stad aan ’t Haringvliet, Middelharnis en Oude-Tonge; zij bestaat uit meerdere meest in...

2024-04-29
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Den bommel

Zie OVEHFLAKKEE.