Wat is de betekenis van debiteren?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

debiteren

debiteren - Werkwoord 1. (ov) (boekhouding) als vordering (debet) boeken 2. (ov) vertellen, opdissen, ten beste geven Woordherkomst afgeleid van het Franse débiter (met het voorvoegsel de-) met het achtervoegsel -eren Synoniemen [2] verhalen, vertellen Antoniemen crediteren

2024-04-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Debiteren

[Fr. débiter, zie verder debet] op debetzijde boeken; verkopen; (ook fig.) een grap vertellen, (een verhaal) opdissen, (nieuws) verspreiden.

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Debiteren

opdissen; aanrekenen; als debet boeken; in het klein verkopen

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Debiteren

afzetten, verkopen, afleveren ; als debet boeken; onzin debiteren: onzin verkopen

2024-04-27
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Debiteren

is in het dubbel boekhouden het boeken van een bedrag op de linker(debet)zijde van een grootboekrekening.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Debiteren

I. (debiteerde, heeft gedebiteerd), (<Fr.), als debet boeken ; iem. voor zeker bedrag debiteren, dat bedrag op zijn rekening zetten, te zijnen laste boeken. II. (debiteerde, heeft gedebiteerd), (<Fr.), 1. in het klein verkopen, aan de man brengen (goederen); 2. (fig.) verkopen, opdissen, vertellen: leugens debiteren ; uien {grappen) debite...

2024-04-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

debiteren

verkopen; op de debetzijde brengen, als schuld boeken; nieuwtjes verspreiden.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

debiteren

gedebiteerd (Fr. verkopen, aan den man brengen; op de debetzijde boeken): fig. leugens -, opdissen; nieuwtjes -, vertellen. (e = ee).