de groeten
(1990) (inf.) geloof dat maar niet; dat kun je net denken! • Vroeger riep men, als er iets niet helemaal beviel: "De groeten! Ze kunnen de groeten krijgen!" En dat was absoluut niet vriendelijk bedoeld. (Marjan Berk: Op grote voet. 1995) • Tefsen had buiten haar liefhebbende echtgenoot gerekend: ,,Die arme man verveeld...