Dach
dak; autokap; unter Dach und Fach sein, onder dak zijn; einem aufs Dach steigen, iemand klop geven; iemand de waarheid zeggen; unter dem Dach, (ook) in de bovenkamer.
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
dak; autokap; unter Dach und Fach sein, onder dak zijn; einem aufs Dach steigen, iemand klop geven; iemand de waarheid zeggen; unter dem Dach, (ook) in de bovenkamer.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Simon, Duits dichter, *29.7.1605 Memel, ♰l5.4.1659 Königsberg. In 1639 werd Dach hoogleraar in de poëtica te Königsberg. Hij was een van de stichters van de Königsberger Dichterkreis, die de mogelijkheden van de Duitse taal voor de dichter theoretisch onderzocht en in praktijk trachtte te brengen. Dach schreef burgerlijk-moralis...
Anthony Winkler Prins (1870)
Dach (Simon), een Duitsch dichter der 17de eeuw, geboren te Memel den 29sten Julij 1605, bezocht onderscheidene scholen, studeerde te Königsberg, werd er in 1633 collaborator aan de domschool, daarna conrector en in 1639 hoogleeraar in de dichtkunst aan de universiteit. Van den Grooten Keurvorst, die hem tot deze betrekking benoemde, ontving hij ve...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: