Wat is de betekenis van Cūra?

zorg, voorzorg

1. zorg; 2. verzorging; 3. oplettendheid; 4. behandeling; kuur; 5. pastorie.

ae, f. (oudlatijn: coera) I. zorg, a. in 't alg., absol., zorgvuldigheid, zorgzaamheid, | c. gen. obi., zorg (voor iemd of iets), verzorging, oppassing, leiding, curam agere alcs (alcs rei) of de alqo (de alqa re), zorg voor iemd of iets dragen, Sall., Liv., | vand. res (alci) curae est, iets is voor iemd een voorwerp van...

m. priester; fam. pastoor; f. genezing, herstel; behandeling, geneeswijze; no tener cura, fam. ongeneeslijk zijn; tener cura, kunnen genezen worden.

(Lat.) v. zorg, voorzorg.

cura, - v., zorg, voorzorg.

lat. Zorg, verpleging, voorzorg, voogdij; C. animarum, zielverzorging; pro cwm, het loon voor eene bemoeiing (Zie Procuratie).

stad in de prov. Caracas van den zuidamerik. staat Venezuela, aan den Guarico; 4000 inw.