Wat is de betekenis van Creon?

Gr. Kre'oon, 1. zoon van Menoe'ceus, broeder van Iocas'te, regeerde over Thebe tot de troonsbestijging van Oe'dipus en wederom toen deze in ballingschap was gegaan en zijn zonen Ete'ocles en Polyni'ces omgekomen waren ; 2. koning van Corinthe, vader van Creü'sa (2.).

Creon (Κρεων, letterlijk ’heerser, vorst’), naam van verschillende koningen uit de griekse sagenwereld, o.a. 1. Creon van Corinthe, op wiens dochter Creiisa Iason verliefd werd en die evenals Creiisa door Iasons echtgenote → Medea werd gedood (Euripides, Medea). 2. Creon van Thebe, broer van Oedipus’ moeder → Iocaste. Na de dood van Laïus, na de va...

(Gr. Kreon) 1. Zoon van Menoecus en broeder van Iocaste, heerser over Thebe vanaf de dood van Laius tot de troonsbestijging van Oedipus. Hij verordende het onbegraven blijven van het lijk van Polynices en het Antigone, die tegen zijn bevel handelde, ter dood brengen. 2. Vorst van Corinthe, vader van Creusa (1) met wie Iason huwde. Zie Menoecus, Io...

i/d Grieksche mythologie koning v. Thebe, zwager v. Oedipus.

Creon - in de Oud-Grieksche myth. en poëzie, de zoon van Menoikeus, na den dood van Laios en daarna weder, na de vlucht van Oedipus, koning van Thebe; wordt door Theseus verhinderd Oedipus met geweld naar Thebe terug te brengen; wil als eigenwijs regeerder Antigone verbieden Polynices te begraven, straft haar ongehoorzaamheid met den dood, maa...

broeder v. Iocaste, regeerde over Thebe tot de troonsbestijging v. Oedipus en wederom, nadat deze op tragische wijze in ballingschap was gegaan en diens zonen Eteocles en Polynices in een broedermoordenden oorlog zijn omgekomen.

Creon - 1) zoon van Lycaethus, koning van Corinthe en opvoeder der kinderen van Alcmaeon. Tot hem kwamen Iason en Medea en deze doodde C., met wiens dochter Creusa Iason wilde huwen. — 2) zoon van Menoecus, vorst van Thebe, na den dood van Laios. Toen de sphinx zijn land verwoestte, beloofde hij aan hem, die het monster zou dooden, den troon en de...

Creon - Κρέων, 1) koning van Corinthe, vader van Creūsa.—2) zoon van Menoeceus, regeerde over Thebe van den dood van zijn zwager Laius tot de troonsbestijging van Oedipus en wederom na den dood van Eteocles en Polynīces; z. Antigone.—3) koning van Thebe, schoonvader van Heracles, z. Amphitryo.

1) Zoon van Lycoethus, koning van Corinthe, 2) Zoon van Menoecus, vorst van Thebe, zie Oedipus. 3) Koning van Thebe, zie Hercules.