converseren
converseren - Werkwoord 1. (inerg) een gesprek voeren ♢ Ze converseerden over de toekomst van het bedrijf. Woordherkomst afgeleid van het Franse converser (met het voorvoegsel con- en met het achtervoegsel -eren)
Wiktionary (2019)
converseren - Werkwoord 1. (inerg) een gesprek voeren ♢ Ze converseerden over de toekomst van het bedrijf. Woordherkomst afgeleid van het Franse converser (met het voorvoegsel con- en met het achtervoegsel -eren)
Muiswerk Educatief (2017)
converseren - regelmatig werkwoord uitspraak: con-ver-se-ren 1. een gesprek voeren ♢ we hebben uitgebreid met elkaar geconverseerd Regelmatig werkwoord: con-ver-se-ren ik converseer jij/...
Van Dale Uitgevers (1950)
(converseerde, heeft geconverseerd), (<Fr.), 1. een gesprek voeren; gezellig, onderhoudend praten. 2. verkeren, omgang hebben met.
M. J. Koenen's (1937)
geconverseerd (Fr. [Lat. conversari]: gezellig, onderhoudend praten; omgang hebben, verkeren met). (s = z).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Fr.] (converseerde, heeft geconverseerd), 1. een gesprek voeren; gezellig, onderhoudend praten; 2. verkeren, omgang hebben met.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: