Wat is de betekenis van converseren?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

converseren

converseren - Werkwoord 1. (inerg) een gesprek voeren     ♢ Ze converseerden over de toekomst van het bedrijf. Woordherkomst afgeleid van het Franse converser (met het voorvoegsel con- en met het achtervoegsel -eren)

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

converseren

converseren - regelmatig werkwoord uitspraak: con-ver-se-ren 1. een gesprek voeren ♢ we hebben uitgebreid met elkaar geconverseerd Regelmatig werkwoord: con-ver-se-ren ik converseer jij/...

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Converseren

spreken; omgang hebben; verkeren

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Converseren

(converseerde, heeft geconverseerd), (<Fr.), 1. een gesprek voeren; gezellig, onderhoudend praten. 2. verkeren, omgang hebben met.

2024-04-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

converseren

omgang hebben; onderhoudend praten.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

converseren

geconverseerd (Fr. [Lat. conversari]: gezellig, onderhoudend praten; omgang hebben, verkeren met). (s = z).

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Converseren

[Fr.] (converseerde, heeft geconverseerd), 1. een gesprek voeren; gezellig, onderhoudend praten; 2. verkeren, omgang hebben met.

2024-04-26
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)