Wat is de betekenis van Contractbreuk?

2024-04-19
Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Contractbreuk

Contractbreuk treedt op als iemand zich niet aan de afspraken van een contract houdt. Een van de partijen leeft de afspraken niet na zoals de andere partij verwacht. Men kan er dan voor kiezen het contract op te zeggen, te ontbinden of een boete op te leggen. Het is niet altijd meteen duidelijk of er sprake is van contractbreuk. Het kan zijn dat de...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

contractbreuk

contractbreuk - Zelfstandignaamwoord 1. (juridisch) het niet nakomen van een overeenkomst     ♢ Rancuneus, noemde Sylvana Simons de politieke partij Denk twee weken geleden. De partij van ex-PvdA’ers Tunahan Kuzu en Selçuk Öztürk eiste 60.000 euro van Simons, omdat ze contractbreuk gepleegd zou hebben do...

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Contractbreuk

v. (-en), het niet nakomen van een contract.

2024-04-19
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Contractbreuk

Contractbreuk - (Recht), niet-nakoming der uit overeenkomst ontstane verbintenis (➝ Wanprestatie), daaronder begrepen de niet-behoorlijke nakoming (positieve c.) en ook, als in strijd met hetgeen naar den aard der overeenkomst door de billijkheid en het gebruik wordt gevorderd, een geval als de bewaargeving eener zaak (woest paard, ontplofbare stof...

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Contractbreuk

v./m. (-en), het niet-nakomen van een contract.

2024-04-19
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Contractbreuk

Contractbreuk - het willekeurig verbreken van een verbintenis, een contract, hetzij dit mondeling of schriftelijk is ingegaan. Meer bepaald het eigenmachtig opzeggen of ook zonder opzegging verbreken van de schriftelijke verbintenis tusschen den werkgever en den werknemer.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Contractbreuk

CONTRACTBREUK, v. (-en), het niet nakomen van een contract.