Wat is de betekenis van Confiteor?

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Confiteor

ik belijd; schuldbekentenis aan het begin van de mis (r.k.)

2024-04-28
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Confiteor

(= ik belijd), beginwoord van de openbare en algemeene schuldbekentenis, die gebeden wordt voor verschillende liturgische plechtigheden: H. Mis en Communie, H. Oliesel, → generale absolutie, → pauselijken zegen, en tijdens het → koorgebed bij de → Completen en soms bij de → Prime. De tegenwoordige tekst dateert van Pius V;...

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Confiteor

(letterlijk): ik beken; belijdenis van zonden

2024-04-28
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

CONFITEOR

is de algemene en openlijke schuldbelijdenis in de liturgie, o.a. in de H. Mis bij de voetgebeden (zie ook Belijdenis.)

2024-04-28
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

confiteor

ik belijd schuld (R.K. gebed).

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Confiteor

(Lat.) o., [eig. ik beken, belijd] (R.-K.) zondenbelijdenis die met dit woord begint en door de geestelijke vóór de Introïtus der mis aan de treden des altaars wordt opgezegd.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Confītĕor

fessus sum, ēri, 1. bekennen, erkennen, se victos, Caes., alqm deum, als god, Curt., summam infirmitatem de se, Quint., en alleen de maleficio, Cic., de se, Cic. | part., confessus, act. = bekennend, confessae manus, zich overwonnen verklarend, Ov., in ’t bijz. echter = iemd, die zijn schuld be...

2024-04-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Confiteor

(Lat. ik belijd), R.K. belijdenis der zonden, met dit woord beginnend.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

confiteor

(Lat.) ik beken, belijd (schuldbekentenis a. h. begin v. d. Mis).