Cōdĭcillus
i, m. een kleine boomstam; vand. meton., p l u r. codicilli, ōrum, m. een schrijftafeltje van hout, met was overtrokken, Cic. | overdr., schrijven, biljet, brief, en in ’t alg. elk schriftstuk; verzoekschrift, request; bijvoegsel bij een testament, codicil; keizerlijk schrijven, kabinetsorder.