Wat is de betekenis van Clerc?

2024-04-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Clerc

geestelijke; geleerde; klerk [v. notaris]; petit clerc, loopjongen; faire un pas de clerc, een domme zet doen.

2024-04-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Clerc

Clerc - Jean Le, of Clericus, Ned. theoloog en Klass. philoloog; * 1657 te Genève, † 1736 te Amsterdam, waar hij 50 jaar lang werkte aan de bevordering van de Remonstrantsche leer. Als philoloog oppervlakkig en overhaast. Lit.: Nieuw Ned. Biogr. Wbk. (IV, 430).

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Clerc

Jan de, →Boendale, Jan van.