Wat is de betekenis van Cis?

2025-07-15
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Cis

I. v., (muz.) C-kruis, de een halve toon verhoogde c of ut. II. (Lat.), in samenst.: aan deze zijde: cisalpijns, aan deze zijde der Alpen gelegen.

2025-07-15
WhatsApp woordenboek

redactie Ensie (2023)

CIS

Customer Information System

2025-07-15
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

cis

(2013) (< Lat.) (ook: cisgender) man (vrouw) die geboren is met de geslachtskenmerken van een man (vrouw) en zich ook mannelijk (vrouwelijk) voelt; iemand die tevreden is met het geslacht waarmee hij (zij) geboren is. Cis of cisgender is het tegenovergestelde van een transgender. In 2014 kregen Facebook-gebruikers de mogelijkheid om te kiezen...

2025-07-15
Afkortingenlijst Vlaanderen

Team taaladvies (2020)

CIS

Commissie Internationale Samenwerking (commissie van de IMCWB)

2025-07-15
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Cis

Zie Franciscus

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Cis

Cis - Zelfstandignaamwoord 1. (muziek), (afkorting) afkorting van “Cis-majeur” Cis - Symbool 1. (muziek) symbool van het “Cis-majeurakkoord” Verwante begrippen Cism, Cis7

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Cis

(muz.) door kruis met halve toontrap verhoogde c (do of ut), c-kruis.