Wat is de betekenis van Chipknip?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

chipknip

(1994) (inf.) chipcard voor kleine betalingen, door de Nederlandse banken in 1995 geïntroduceerd. Verkrijgbaar in twee soorten, en al dan niet in combinatie met een pin- of giromaatpas. In de toekomst zal het opladen niet alleen bij de bank, maar ook thuis kunnen gebeuren. • De winkeliers bleven niet kniezen: ze gingen zelf werk...

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

chipknip

chipknip - Zelfstandignaamwoord 1. (financieel) (informatica) chipkaart waarop men een bepaald bedrag kan plaatsen en waarmee betaald kan worden De chipknip is financieel niet langer aantrekkelijk. Woordherkomst samenstelling van chip en knip Verwante begrippen betaalchip...

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

chipknip

chipknip - zelfstandig naamwoord uitspraak: tsjip-knip 1. oplaadbare kaart voor het betalen van kleinere bedragen ♢ wij betalen de boodschappen vaak met de chipknip Zelfstandig naamwoord: tsjip-knip de chipknip...

2025-07-15
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Chipknip

Chipknip - chipcard voor kleine betalingen, door de Nederlandse banken in 1995 geïntroduceerd. Verkrijgbaar in twee soorten, en al dan niet in combinatie met een pin- of giromaatpas. Het opladen kan niet alleen bij de bank, maar ook thuis gebeuren. Informeel. → elektronische portemonnee. Pinnen, geld uit de muur trekken en binnenkort ook nog chipkn...

2025-07-15
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

chipknip

chipknip geleed woord Zie: chip

2025-07-15
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)