Wat is de betekenis van Chaussee?

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Chaussee

(<Fr.), v. (-ën), straatweg.

2025-07-15
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Chaussee

[Fr., van ONFrans caucie, van VLat. calciata = platgetrapt, van Lat. calcare = met voeten treden, van calx, calcis= hiel] oorspr.: verhoogde weg door laag en vochtig terrein; straatweg ([i]vgl. Eng. causeway). [/i]

Lees verder
2025-07-15
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Chaussee

straatweg

2025-07-15
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Chaussée

straatweg, bestrate rijweg, dam.

2025-07-15
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Chaussée

straatweg, (rij)weg; dijk, kade.

2025-07-15
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Chaussee

straatweg.

2025-07-15
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

chaussée

(Fr.) v. 1 straatweg, steenweg; 2 laan i. e. bos.

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

chaussee

v. chausseeën (Fr. [Lat. calciata via = met stenen belegde weg]: straatweg).

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

chaussée

(Fr.), v. straatweg, boslaan.

toon meer resultaten

Gerelateerde zoekopdrachten