Wat is de betekenis van Chatelain?

2025-07-15
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Châtelain

[Fr.] = castellaan, [i]z.a. [/i]

Lees verder
2025-07-15
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Châtelain

slotvoogd; châtelaine: slotvoogdes, ook: sleutelketting

2025-07-15
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Châtelain

slotvoogd, burchtheer.

2025-07-15
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

châtelain

(Fr.) m. slotvoogd, burchtheer.

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

chatelain

m. chatelains (Fr. [Lat. castellanus]: heer v. e. kasteel, slotvoogd); vr. chatelaine.

2025-07-15
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Chatelain

Chatelain - Emile Louis Marie, Fransch philoloog en palaeograaf; * 1851. Bibliothecaris aan de Sorbonne, redacteur van de Revue des Bibliothèques en Revue de Philologie. Hoofdwerk: Palaeographie des classiques latins.

Lees verder
2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

châtelain

m. (-s) [Fr. < Lat. castellum, kasteel] kasteelheer.

2025-07-15
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

Châtelain

Châtelain - m., slotvoogd; „châtelaine”, v.: slotvoogdes, ook: sleutelketting.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Châtelain

burchtheer kastelein; châtelaine burchtvrouw; gouden halsketting.

toon meer resultaten

Gerelateerde zoekopdrachten