Wat is de betekenis van cedel, ceel?

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Cedel, ceel

[Fr. cédule, van Lat. schedula = blaadje papier, verklw. van scheda (Gr. schidè) = afgeschilde reep van papyrusplant; vgl. Gr. schizein = splijten] 1 ontvangstbewijs van een veem; ook: schriftelijke kennisgeving, bewijsstuk e.d.; 2 schriftelijke opsomming; al dan niet ge...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

cedel, ceel

v. cedelen, cedels, celen, cedeltje (Fr. cédule v. Lat. schedula = kleine scheda of blaadje papier: 1. schriftelijke kennis- of lastgeving, bewijsstuk, b.v. bewijsstuk van opslag v. goederen in pakhuizen der vemen; 2 lijst): 1. doopceel, geboortebewijs; huurceel, huurcontract; celen aan toonder; 2. een hele ceel, lijst; z. zielverkoper.