Cedel, ceel
[Fr. cédule, van Lat. schedula = blaadje papier, verklw. van scheda (Gr. schidè) = afgeschilde reep van papyrusplant; vgl. Gr. schizein = splijten] 1 ontvangstbewijs van een veem; ook: schriftelijke kennisgeving, bewijsstuk e.d.; 2 schriftelijke opsomming; al dan niet ge...