Wat is de betekenis van Cartilago?

(v.), kraakbeen

1. Lat. voor kraakbeen, zie aldaar; 2.(mv. cartilagines), Lat. voor kraakbeenderen), de verschillende zelfstandige stukken kraakbeen van strottenhoofd, luchtpijp, neus, oorschelp e.d.

ĭnis, f. kraakbeen.

m. kraakbeen,

Cartilago - → Kraakbeen.

kraakbeen, zie aldaar. C. thyreoidea, schildvormig kraakbeen, zie Strottenhoofd. C. cricoidea, ringvormig kraakbeen, zie [i]Strottenhoofd. C. arytaenoidea,[/i] bekervormig kraakbeen, zie Strottenhoofd.

mv. cartilagines, bijv. nw. cartilaginosus, kraakbeen. Cartilagines alares majores, groote neusvleugelkraakbeenderen. Cartilagines alares minores, kleine neusvleugelkraakbeenderen, drie kleine onregelmatige stukjes kraakbeen in het achterste gedeelte der beide neusvleugels. C. arytaenoidea (ἀρύταινα, kan), gietkan...

mv. cartilagines, bijv. nw. cartilaginósus, kraakbeen. Cartilagines alares majores, grote neusvieugelkraakbeenderen. Cartiiagines alares minores, kleine neusvleugelkraakbeenderen, drie kleine onregelmatige stukjes kraakbeen in het achterste gedeelte der beide neusvleugels. C. arytaenoidea, gietkankraakbeen achter het strottenhoofd, aan weers...

Cartilago - (kraakbeen), zie GERAAMTE.